Leestijd: ca. 3 minuten
Vorige week vertelde ik je al over de veranderingen op het gebied van hypotheken. Dit naar aanleiding van Prinsjesdag 2022. Deze blog kun je hier teruglezen. Zoals beloofd, vertel ik je in deze nieuwe blog graag wat de overige wijzigingen zijn. Beter gezegd: hoe komt jouw portemonnee er in 2023 uit te zien? Al met al komt het erop neer, dat onze regering ervoor wil gaan zorgen, dat we het komende jaar méér koopkracht zullen hebben.
Minder belasting
We beginnen met goed nieuws: je gaat vanaf het komende jaar waarschijnlijk minder belasting betalen. Wanneer je nu een inkomen van niet meer dan € 68.000 verdient, dan betaal je hierover 37,07% belasting. Volgend jaar zakt dit naar 36,93%. Ook gaat de inkomensgrens omhoog, naar € 73.000. Vanaf dit inkomen, wordt het belastingtarief 49,5%.
Heb je bijvoorbeeld een inkomen van € 70.000 per jaar? Dan zal je op korte termijn gaan merken, dat je minder belasting hoeft te betalen.
Ook zal het minimumloon gaan stijgen, met 10 procent. Omdat de hoogte van de AOW-uitkering gekoppeld is aan dit minimumloon, zullen gepensioneerden er ook op vooruit gaan. Daarnaast stijgt de arbeidskorting. Dit is een korting op de te betalen belasting, wanneer je werkt. Hierdoor wordt de kans wat groter, dan je vanaf 2023 minder inkomstenbelasting moet gaan betalen.
Energieplafond
Vanwege de ontzettend gestegen energieprijzen, hanteert onze regering vanaf het komende jaar een zogeheten ‘energieplafond’. Wanneer je jaarlijks niet meer dan 1.200 m3 aan gas, en 2.400 KwH aan stroom verbruikt, betaal je hiervoor een lager tarief. Verbruik je méér energie? Dan betaal je voor het meerdere wel het (waarschijnlijk flink hogere) markttarief.
Hogere basisbeurs voor uitwonende studenten
Ook uitwonende studenten gaan er op vooruit. Vanaf het studiejaar 2023/2024, ontvangen uitwonende studenten een hogere basisbeurs. Deze wordt met € 165 per maand verhoogd. Die verhoging zal voor 2 jaar gelden. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet je uiteraard wel recht hebben op stufi.
Veranderingen bij de ‘spaargeldbelasting’
Misschien heb je er van gehoord: de belastingheffing op spaargeld (de vermogensrendementsheffing) gaat de komende jaren flink op de schop. De voornaamste reden hiervan, is het belastingpercentage. Zo werd er gerekend, alsof jouw spaarcentjes een rente van 4% hebben ontvangen. Nou, als jij die rente daadwerkelijk op je spaarrekening krijgt, dan hoor ik graag bij welke bank jij je geld hebt staan.
Beter gezegd: dat belastingpercentage was natuurlijk veel te hoog, en niet realistisch. Veel mensen hebben hierdoor een rechtszaak tegen onze regering aangespannen, en hoogstwaarschijnlijk met succes. Het is namelijk de bedoeling, dat er vanaf 2026 een ander belastingpercentage gehanteerd zal worden. Jouw spaarcentjes zullen dan belast gaan worden, op basis van het rendement wat jij daadwerkelijk hebt behaald.
Verder mag je vanaf het komende jaar iets meer belastingvrij spaargeld hebben: € 57.000 per persoon, in tegenstelling tot de huidige € 50.650. Pas boven een vermogen van € 57.000, betaal je dus pas belasting.
Meer zorgtoeslag, maar ook een duurdere zorgverzekering
Vanaf 2023 kun je op méér zorgtoeslag rekenen. Dit heeft vooral te maken, dat de maandelijkse premie voor een zorgverzekering het komende jaar met zo’n 11 euro zal stijgen. Om dat te compenseren, stijgt de zorgtoeslag. Eenpersoonshuishoudens krijgen hierdoor maximaal € 514 per jaar extra aan zorgtoeslag. Voor meerpersoonshuishoudens geldt een maximale extra zorgtoeslag van € 613 per jaar.
Het standaard eigen risico voor je zorgverzekering blijft ook het komende jaar hetzelfde: € 385.
Kortom: best weer wat wijzigingen, die ons op financieel gebied te wachten staan!