(leestijd: ca. 5 minuten)
Rond de vijfde dinsdag van september, volgt hier de samenvatting van de derde dinsdag van die maand. Snap je ‘em nog? Hierbij de uitleg: op die derde dinsdag in september, is het altijd Prinsjesdag. Zo ook dit jaar; onze regering heeft haar financiële plannen voor het komende jaar weer bekend gemaakt. Ik geef je in deze blog een samenvatting van de veranderingen die voor zowat iedereen kunnen gaan gelden.
Inkomstenbelasting
Het tarief van de inkomstenbelasting gaat het komende jaar iets omlaag. Dit geldt dan wel voor inkomens tot 68.500 euro per jaar. Belastingbetalers met dit inkomen gaan iets minder belasting betalen: het voor hen geldende tarief daalt van 37,35 procent naar 37,1 procent.
Daarnaast stijgen de algemene heffingskorting en de arbeidskorting opnieuw (dit was het afgelopen jaar ook al het geval). De eerste is een korting die elke belastingbetaler krijgt; de tweede krijg je alleen als je werkt. Hoe meer korting, des te minder belasting je hoeft te betalen, goed nieuws dus!
Ook wordt er aan de iets minder jonge bloempjes gedacht: de ouderenkorting gaat omhoog. AOW’ers met een jaarinkomen tot 49.000 euro hoeven waarschijnlijk minder belasting te gaan betalen.
Vooral door deze belastingverlagingen, verwacht onze regering dat de koopkracht er (ondanks eventuele coronagevolgen) in 2021 met zo’n 1 procent op vooruit gaat. Dit jaar wordt een toename van ruim 2 procent verwacht.
Spaargeldbelasting
Goed nieuws voor de brave spaarders onder ons: de kans dat je in 2021 belasting over je spaargeld moet betalen, wordt een stuk kleiner. Waar in 2020 de eerste (circa) 30.000 euro aan spaargeld onbelast is, stijgt dit zogeheten ‘heffingsvrije vermogen’ in 2021 naar 50.000 euro per belastingplichtige. Heb jij een (fiscaal) partner? Dan mag je deze vrijstelling verdubbelen: over een gezamenlijk bedrag aan spaargeld van 100.000 euro betaal je dan dus geen belasting.
Heb je meer dan 50.000 euro (of 100.000 euro samen met je partner) aan spaargeld? Dan betaal je daarboven wel belasting. Het hiervoor geldende belastingtarief stijgt komend jaar echter wel ietsjes. Het mag wat mij betreft geen naam hebben; het gaat om een stijging van 0,05 tot 0,2 procent.
Zorgverzekering
Net zoals in 2020, blijft ook komend jaar het eigen risico ongewijzigd: 385 euro. Er wordt wel verwacht dat de premie van jouw zorgverzekering met zo’n 5 euro per maand zal stijgen. Dit wordt gecompenseerd door een hogere zorgtoeslag. Zo krijg je er een paar euro per maand extra aan zorgtoeslag bij (mits je qua inkomen hiervoor in aanmerking komt natuurlijk).
De voornaamste wijziging qua dekking van de basiszorgverzekering, heeft te maken met de corona-pandemie. Mensen die ernstig ziek zijn geweest door dit virus, krijgen een ruimere vergoeding voor fysio- en ergotherapie en dieetadvies. Deze wijziging is al ingegaan per 18 juli dit jaar en geldt ook voor 2021.
Krijg je, bijvoorbeeld via je werkgever, een korting op de premie van je zorgverzekering? Deze zogeheten collectiviteitskorting komt vanaf het nieuwe jaar te vervallen voor de basiszorgverzekering. Je kunt nog wel zo’n korting krijgen op een aanvullende zorgverzekering.
Wonen/hypotheek
Het grootste nieuws op dit gebied is dat starters op de woningmarkt (of beter gezegd: huizenkopers tot een leeftijd van 35 jaar) geen overdrachtsbelasting bij aankoop van een bestaande woning. Meer informatie hierover lees je binnenkort in een aparte blog.
Daarnaast wordt de hypotheekrenteaftrek verder afgebouwd. Dit was al bekend; de laatste jaren gaat deze aftrek telkens met 3 procent omlaag. Dit geldt voor inkomens boven de 68.500 euro. Mensen met zo’n inkomen betalen ongeveer 49 procent belasting, en krijgen komend jaar 43 procent hypotheekrenteaftrek. Bij een lager inkomen, merk je voorlopig niets van deze afbouw.
Ondernemers
Ook het komende jaar worden onze ondernemers wat meer in hun portemonnee geraakt. De zelfstandigenaftrek wordt namelijk sneller afgebouwd. Komend jaar gaat deze aftrek met zo’n 400 euro omlaag, van 7.030 naar 6.670 euro.
Ben jij ondernemer en heb je personeel in dienst? Dan mag jij hen een belastingvrije vergoeding geven via de zogeheten werkkostenregeling. Vanwege de coronacrisis is de vrije ruimte alleen dit jaar nog verhoogd, van 1,7 naar 3 procent over de eerste 400.000 euro aan loon. Daarboven geldt een lager percentage; 1,2 procent. Dit laatstgenoemde percentage daalt in 2021 naar 1,18 procent. Via de werkkostenregeling mag je jouw personeel een onbelaste vergoeding geven. Je kunt hierbij denken aan een vergoeding voor het extra thuiswerken (extra koffie, hogere energielasten, etc.), of voor de aanschaf van een thuiswerkplek.
