(leestijd: ca. 3 minuten)
Geen zorgen; het duurt nog even voordat het echt vrijdag de dertiende is. Of je nu bijgelovig bent of niet, het kan ons allemaal een keer overkomen: vette pech! Vaak moet je dan nog eens diep in de buidel tasten, wat extra zeer doet. Hoe zorg je ervoor dat zulke gebeurtenissen voortaan minder pijn doen (ook in je portemonnee)?
Het kan de beste overkomen: kapotte wasmachine, auto of verwarmingsketel. Maar karma ligt ook op de loer bij zaken als verkeersboetes, ontslag of een verzekering die niet uitkeert. Dit soort onkosten komen dan vaak volledig voor jouw eigen rekening. Je kunt dit opvangen door de aanwezigheid van een financiële buffer. Velen noemen dit ook wel een noodfonds. Ik noem het: een potje voor wanneer vrijdag de dertiende langskomt.
Stel dat die ongeluksdag bij jou voor de deur staat, en je wasmachine, verwarmingsketel en auto begeven het allemaal tegelijkertijd; heb jij dan voldoende geld op je spaarrekening staan om de volgende dag een vervangend exemplaar aan te schaffen?
In hoeverre jij zo’n noodfonds dient te hebben, is natuurlijk afhankelijk van je eigen situatie. Misschien rijd je wel een auto van de zaak en zal het je een zorg zijn als deze het begeeft. Ook verschilt het minimale ‘bufferbedrag’ per persoon of per gezin. Het Nibud vertelt dat je minimaal 10 procent van je nettoloon maandelijks dient te sparen. Daar is niets mis mee vind ik, maar het moet natuurlijk wel mogelijk zijn. Soms heb je met een lager inkomen of met hogere uitgaven te maken dan een gemiddeld persoon, wat ten koste kan gaan van je spaarcapaciteit.
Daarnaast hanteert het Nibud hun ‘BufferBerekenaar’: een online tool waarmee je kunt uitrekenen hoeveel spaargeld jij minimaal achter de hand dient te hebben. Dit is natuurlijk een richtlijn, maar het kan je op weg helpen om een voor jou geschikt bedrag te kunnen bepalen. Het belangrijkste vind ik dat je vooral voor jezelf moet bepalen wat jij tijdens een ‘worst case scenario’ op je rekening wilt hebben staan.
Voor de een is dit minimaal 5.000 euro, maar een ander ligt daar weer wakker van en wil graag een hoger bedrag bijeen sparen. Die ander heeft ook weer verschillende en/of meerdere spaardoelen dan de een. Ga dus voor jezelf na: welk bedrag wil jij minimaal op je (spaar)rekening hebben staan, als vrijdag de dertiende bij je op bezoek komt? Zorg ervoor dat je dat bedrag binnen een jaar bijeen hebt gespaard.
Heb je eenmaal die spaarflow te pakken? Bepaal dan een nieuw spaardoel: bijvoorbeeld een lange reis, nieuwe auto, verbouwing van je woning, enzovoort. Heb je pech gehad en moet je je spaargeld gaan gebruiken? Maak je niet druk: pak de spaardraad weer op, totdat je weer op het door jou gewenste minimumbedrag bent gekomen.
Of het nu vrijdag de dertiende is, of donderdag de twaalfde: het kan ons allemaal gebeuren (afkloppen!). Jouw pechpotje, financiële buffer, noodfonds, hoe je het ook wilt noemen: zorg dat je er een hebt, en waarop een voor jou geschikt bedrag staat. Dat maakt een pechdag een stuk minder erg!
[…] dit iedereen aan en noem het zelf ‘een potje voor vrijdag de dertiende’ (zie ook mijn eerdere blog hierover). Heb jij momenteel geen of een te lage spaarbuffer? Zorg er komend jaar dan voor dat je […]
[…] Misschien ben je dan al te laat, maar geef je salaris van deze maand straks niet meteen uit. Lees hier mijn eerdere blog over hoe je zo’n noodfonds kunt creëren, en vooral […]
[…] eerst zo’n financiële buffer. Weet je niet goed hoe, of waarom? Lees het dan in mijn eerdere blog hierover. Heb je genoeg bijeen gespaard? Ga dan eens na hoe je prettig(er) zou kunnen leven, en dan […]