Monopoly goed met je geld

Een vreemde hypotheekregel?

(leestijd: ca. 4 minuten)

Eén van de meest gestelde vragen tijdens een hypotheekgesprek: “Tim, wat kan ik maximaal lenen op basis van mijn inkomen?” Met een bruto jaarinkomen geef ik vervolgens binnen een paar minuten een antwoord op deze vraag. Vervolgens kan mijn klant, teleurgesteld of verrast, op huizenjacht. Een enkele keer moet ik een zodanig antwoord geven, dat ik bijna met pek en veren naar buiten wordt gezet…

Ik zal je een wiskundeles besparen, maar ga toch even kort uitleggen hoe een maximale hypotheekberekening eruit ziet. Het Nibud stelt jaarlijks voor elk bruto jaarinkomen de zogeheten ‘woonquote’ vast. Deze quote is een percentage van jouw bruto jaarinkomen, wat jij per jaar maximaal mag besteden aan woonlasten. 

Bijvoorbeeld: bij een jaarlijks brutoloon van 50.000 euro, bedraagt de woonquote 20 procent. Dit betekent dat je per jaar 10.000 euro aan hypotheeklasten mag hebben, wat neerkomt op zo’n 830 euro per maand. Vervolgens wordt er gekeken naar de hypotheekrente die je gaat kiezen, want: hoe hoger deze rente, hoe hoger jouw maandlast, en hoe dichter jij bij jouw maximaal toegestane last in de buurt zal komen. 

Iemand die met bovenstaand inkomen maandelijks 950 euro aan huur betaalt, wordt laaiend als ik vertel dat hij of zij een hypotheeklast mag hebben van ‘maar’ 830 euro per maand. “Ik betaal al jaren 950 euro per maand aan woonlasten, en nu vertel je mij dat ik eigenlijk een lagere hypotheeklast aan kan?!” Jep, maar don’t shoot the messenger. Ik heb die hypotheekformule tenslotte ook niet verzonnen.

Het Nibud rekent jaarlijks uit wat een gemiddeld gezin aan woonlasten kwijt is. Daarbij houden ze niet alleen rekening met huur- of hypotheeklasten, maar ook met onderhoud, verzekeringen, gas/water/licht, boodschappen, etc. Heb jij als huurder zijnde een lekkende kraan, dan stuur je tegenwoordig een appje naar je huurbaas, die vervolgens een loodgieter stuurt en de rekening hiervan betaalt. Heb je een eigen woning? Dan komen deze kosten voor jouw rekening. 

En dat slaat dus de spijker op zijn kop voor wat betreft de eerder genoemde situatie. Natuurlijk is het fijn voor de verhuurder dat jij maandelijks de huur kunt betalen. Maar heb je straks een eigen woning? Dan dien je ook rekening te houden met o.a. kosten voor onderhoud (bijvoorbeeld schilderwerk) en een opstalverzekering (deze kost een paar tientjes per maand). Tel deze kosten bij elkaar op, en je ziet dat de verschillen tussen een huurprijs en hypotheeklast steeds kleiner worden.

De huizenprijzen schieten de laatste jaren door het dak heen, maar desondanks blijft de hypotheekrente laag. De huurprijzen blijven echter ook stijgen. Als je gaat uitrekenen wat iemand zou betalen als hij dezelfde woning zou kopen (en hiervoor een hypotheek zou afsluiten) of zou huren, dan zie je dat er nog best een groot verschil kan ontstaan. Een woning met een marktwaarde van tweeënhalve ton kost qua hypotheeklast ca. 900 euro per maand, terwijl de huurprijs hiervan zo’n 1.200 euro bedraagt (uitgaande van particuliere huur).

Vertel maar eens aan iemand die al jarenlang braaf elke maand 1.200 euro huur af tikt, dat hij de benodigde hypotheek om dezelfde woning te kunnen kopen, niet zou kunnen lenen…Gelukkig kan ik heel hard rennen 😉 Ook een geluk en een goede ontwikkeling, is dat er vanuit onze regering steeds meer signalen komen om deze scheefgroei tegen te gaan.

Mocht jij binnenkort op zoek gaan naar een nieuwe woning? Ga dan eerst voor jezelf na wat jij per maand aan woonlasten kunt en vooral wilt besteden; maak een begroting! Ga je een woning kopen, en zegt jouw hypotheekadviseur dat je op zoek kunt gaan naar een woning van 4 ton, maar vind je de hierbij behorende lasten te hoog? Geen zorgen, jij bepaalt natuurlijk helemaal zelf wat je gaat uitgeven aan woonlasten.

Een reactie

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden worden tussen haakjes aangegeven.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.